Onafhankelijke
zin in de conjunctief
VOLITIEVE
CONJUNCTIEF (wilsuiting)
WENS
conj. presens: vervulbare wens van het heden: utinam filius mihi
nascatur: mocht ik maar een zoon krijgen
(utinam…)
conj. imperf.: onvervulbare wens van het heden: utinam ne molestus
mihi esst: was hij toch maar niet lastig voor mij
conj. plusqpf.: onvervulbare wens van het verleden: utinam tunc ibi
adfuissent: waren ze toen maar daar geweest
AANSPORING
/ HORTATIVUS
1ste persoon: hortativus: abeamus hinc: laten we van
hier weggaan
2de persoon: algemene aansporing: "men…": amicis semper fidem habeas: men moet altijd zijn vrienden
vertrouwen
ne+conj.pres.: algemeen verbod: na pauperibus avarus sis:
je mag niet gierig zijn tegenover arme lui
ne+conj.perf.: concreet verbod: na me attigeris: raak me
niet aan
3de persoon:
gebod/verbod: Di ne sinant:
dat de goden dat niet toestaan
TOEGEVING meestal
vergezeld van tamen: ne sim dives, beatus tamen sum: laat ik niet
rijk zijn, ik ben toch gelukkig
NIET-VOLITIEVE
CONJUNCTIEF (aarzelende mededeling)
OVERLEGGENDE VRAAG presens: van het heden: respondeam an taceam? : zou ik antwoorden of zwijgen?
imperfectum: van het verleden: manerent an abirent? : moesten ze blijven of weggaan?
POTENTIALIS presens: van het heden: si id neges, mantiaris : als je het zou ontkennen, zou je liegen
conj. urbanitatis: tecum ire velimus: we zouden met je willen meegaan
perfectum: van het heden: enkel: dixerit aliquis: iemand zou kunnen zeggen
imperfectum: van het verleden: enkel: diceres, putares, crederes, sentires…: je had kunnen zeggen, menen,…
IRREALIS imperfectum: van het heden: plura scriberem, si possem: ik zou meer schrijven, als ik kon
plusquamperf.: van het verleden: plura scripissem, si potuissem: ik had meer geschreven, als ik had gekund