De list van Ambiorix – lectuurnotities

terug naar beginpagina

Caesar, DBG V, 28-37: 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37

Deze pagina's bevatten een voorbeeld van notities die je tijdens de les neemt – ze zijn nogal uitgebreid, eigenlijk veel uitgebreider dan wat jullie écht allemaal moeten noteren, maar dat heeft als voordeel dat je een heel volledig commentaar hebt bij deze tekstfragmenten.

cap 28

1       Arpinius et Iunius: cf. p.92: beiden waren als gezanten van Sabinus en Cotta naar Ambiorix gestuurd en brengen nu dus verslag uit bij de beide legati in het winterkamp
quae audierant: audiverant: het wegvallen van het antecedent <ea> is heel gewoon: het illustreert tegelijk ook Caesars imperatoria brevitas
deferunt: de-ferre wordt hier figuurlijk gebruikt (ferre komt weml vaker voor in de zin van "zeggen, vertellen, beweren")
Het gaat om historisch presens, dus met de waarde van een echte verleden tijd, zoals blijkt uit het plusquamperfectum in de bijzin

2       repentina re: abl. HV bij perturbati (part.perf. is een passieve vorm!)
de aanval op het winterkamp was een geweldige 'Blitzkrieg' geweest; ook de ontvangst van het gezantschap was erg snel op de aanval gevolgd – de bedoeling was natuurlijk om de verspreide Romeinse legioenen geen kans te geven om elkaar te hulp te komen
etsi: A) toegevende zin B) etsi + indic.: realis C) imperf. : gelijktijdig met existimabant
tamen: antwoordt op de toegeving in etsi

3       non neglegenda: <esse>: opnieuw imperatoria brevitas
hac re: abl. HV bij permovebantur
hic, haec, hoc wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar wat nog moet komen: de meest geschikte vertaling is dan: "het/de volgende"

4       quod…erat credendum: epexegetische quod-zin na hac re
na res, causa, ratio volgt in de regel een epexegetische zin van het type quod+indic.
civitatem: in DBG gebruikt Caesar deze term niet alleen voor steden, maar ook voor stammen, volkeren
ignobilis: "onbekend"
humilis: "bescheiden, eenvoudig"
toch waren de Eburonen een vrij talrijk volk, met een aanzienlijk gebied
sua sponte: Caesar doet alsof het een solo-actie van de Eburonen is geweest, terwijl Ambiorix toch gesproken had van een algemene opstand van alle Belgische stammen

5       populo Romano: dat. nadeel bij bellum facere ("de oorlog verklaren")
ausam: <esse>: het ond. is civitatem (vr. enk.!)
de woordkeuze getuigt van het grote superioriteitsgevoel van Caesar en de Romeinen: zelfs als bezette volkeren de wapens willen opnemen om de aggressors te verdrijven, heet dat "durven aanvallen"!

naar pagina-index

opmerking:
het zinsschema onderaan p.95 van je handboek toont hoe een historische periode in elkaar zit: door zulke schema's aandachtig te bestuderen, leer je gaandeweg ook zélf een lange zin aan te pakken – ga er dus niet aan voorbij!

 

5       itaque: "bijgevolg" – een rechtstreeks antwoord op perturbati en permovebantur: omdat ze zo geschrokken en geschokt zijn, kunnen ze niet alléén de zaken aanpakken maar gaan ze de raad proberen in te winnen van andere officieren

6       ad consilium: wil Caesar laten zien dat het leger op een democratische manier functioneert?
magna…controversia: hyperbaton komt bij Caesar niet zo heel vaak voor en is dus steeds functioneel: het suggereert dat er dus een fikse discussie ontstaat!

7       L. Aurunculeius: bedoeld wordt Cotta – het is niet duidelijk waarom Caesar hem hier zó noemt en op andere plaatsen kortweg Cotta gebruikt; een mogelijke verklaring is dat de lange naam opduikt wanneer er iets positiefs wordt gezegd, terwijl het norse Cotta verschijnt bij negatieve mededelingen over de legatus
tribuni militum: cf. p.68 van het handboek – per legioen waren er zes, gewoonlijk jongelui uit de ordo equester, die via het tribunaat hun eerste stappen zetten in het beroepsleven

8       primi ordines: de term ordo is synoniem coor centuria; de primi ordines waren de hoogste centuriae, degenen die tot de eerste cohorte behoorden.  Hùn aanvoerders (centuriones) behoorden tot de meest ervaren militairen van het leger en hún expertise werd door Caesar hoog gewaardeerd

9       iniussu Caesaris: wellicht bedoeld als een pluim voor de officieren: zij waren onvoorwaardelijk gehoorzaam aan Caesar en zouden zelden wat doen zonder dat hij ervan wist of zonder zijn uitdrukkelijk bevel
quantasvis: <copias>

10     copias: acc. ond. van sustineri

11     munitis hibernis: losse abl. met redengevende of voorwaardelijke schakering
rem: weer een nietszeggend woord dat om verduidelijking vraagt in een epexegetische quod-zin; voor een vlotte weergave kan gewerkt worden met een omkering van de woordorde: "als bewijs was er het feit dat…"

12     primum: bijgesteld adj. bij impetum (niet verwarren dus met het bijwoord van rangorde "ten eerste"
ultro: houdt een gradatie in ten opzichte van sustinuerint: ze hebben niet alleen de aanval gepareerd, maar daarbij de vijand ook flinke slagen toegebracht!

13   et…et…: het polysyndeton is hier op een retorische manier gebruikt: ze willen op overtuigende wijze aangeven dat ze weinig of geen tegenargumenten hebben om in het kamp te blijven en aan de Eburonen te weerstaan

14     proximis hibernis: cf.p.91 van het handboek: die hiberna waren niet dichtbij, en: als er inderdaad een algemene Belgische opstand gaande was, zouden ze van die kant niet veel hulp moeten verwachten

15     levius aut turpius: schijnbaar nogaal heel erg negatieve begrippen die precies het tegendeel verwoorden van wat er van Romeinse soldaten te verwachten valt
auctore hoste: "op aangeven van de vijand": dus de onderliggende gedachte is duidelijk: een Romein laat zich door de vijand niet dicteren!
de summis rebus: een nogal vage term: de hoogste/belangrijkste zaken > "staatsbelang / zaken van algemeen belang"

naar pagina-index

opmerking:

         de schuingedrukte tekst in je boek wijst op INDIRECTE REDE; onthoud hierbij:
- IR hangt af van en onuitgedrukt inleidend verbum declarandi
- mededelende hoofdzinnen verschijnen in infinitiefzin
- alle andere hoofdzinnen en ook alle mogelijke bijzinnen verschijnen in de conjunctief en volgen de normale regels van de consecutio temporum

 

cap. 29

je hebt de vertaling in je boek; maak de opdracht bij dit caput als persoonlijk werk en geef ter controle aan je leerkracht

naar pagina-index

cap. 30

de samenvatting in je handboek ziet er in het origineel zo uit:

[30] Hac in utramque partem disputatione habita, cum a Cotta primisque ordinibus acriter resisteretur, "Vincite," inquit, "si ita vultis," Sabinus, et id clariore voce, ut magna pars militum exaudiret; "neque is sum," inquit, "qui gravissime ex vobis mortis periculo terrear: hi sapient; si gravius quid acciderit, abs te rationem reposcent, qui, si per te liceat, perendino die cum proximis hibernis coniuncti communem cum reliquis belli casum sustineant, non reiecti et relegati longe ab ceteris aut ferro aut fame intereant."

naar pagina-index

 

cap. 31

37    consurgitur: het onpersoonlijk passief schijnt te wijzen op de leden van de krijgsraad die hier opspringen om de twee legati weer tot rust te brengen en tot overleg te bewegen en hen aan te zetten om hun ruzie niet te laten escaleren
comprehendunt: blijkens het asyndeton (dat laat aanvoelen dat de zin, en de hele handeling, gewoon voortgaat) is het ond. van dit werkwoord (psychologisch) hetzelfde als dat van consurgitur
utrumque: dus zowel Cotta als Sabinus

38    dissensione – pertinacia: abl. reden/oorzaak bij deducunt – het is wellicht een hendiadys: "hun koppige tweedracht / hun hardnekkige twist"
rem: best zo concreet mogelijk vertalen: "hun toestand – de situatie – hun positie"

39    deducunt: A) completiefzin LV orant, B) volendi: ne+conj., C) presens: gelijktijdig met orant
facilem esse rem: opnieuw een stukje Indirecte Rede: het geeft een rechtstreekse weergave van de woorden van de raadsleden: hun woorden zijn dan ook behoorlijk retorisch opgesmukt, met inversie, anafoor, amplificatio

40     modo: maakt de voorwaardelijke zin nog wat nadrukkelijker: "als ze tenminste maar…"
contra: antwoordt op de si modo van daarvoor

41     nullam: door de disjunctie nogal benadrukt, dus weergeven met "geen enkele"
se: omdat het IR is, worden alle mededelende hoofdzinnen infinitiefzin, waarin het onderwerp MOET uitgedrukt worden, ook al draagt het geen klemtoon
res: concreet: "het overleg / de vergadering (werd voortgezet tot…)"

naar pagina-index

 

opmerking:

         in de directe rede zou de zin als volgt klinken: Facilis est res, seu maneamus seu proficiscamur, si modo unum omnes sentiamus ac probemus, contra in dissensione nullam salutem perspicimus
of: …, seu manemus seu proficiscimur, si modo unum omnes sentimus ac probamus,…

 

42     tandem: de totaal dooreengehaalde zinsbouw toont ons een verslagen en murwgeprate Cotta; de normale woordorde van de zin zou zijn: Cotta tandem permotus manus dat – door die orde zo grondig dooreen te halen klinkt de zin haast snikkend en voel je aan hoe Caesar tussen de regels als een tragische afloop aan het voorbereiden is…
superat sententia Sabini: door de inversie ligt de nadruk op superat, maar zeker ook op Sabini, die geïsoleerd achteraan staat.  Het allittereren met de s-klank laat ook afkeuring en minachting doorklinken

43   pronuntiatur: weer onpersoonlijk passief – het kan suggereren dat een beslissing van de raad geen persoonlijk gegeven was, maar een collectieve uitspraak die op een democratische wijze tot stand kwam en die door ieder lid van het consilium werd gesteund.
prima luce: abl. tijdstip bij ituros - dus veel tijd om zich klaar te maken voor het vertrek was er niet, aangezien de knoop pas rond middernacht werd doorgehakt!

44     vigiliis: abl. HV bij consumitur (of abl. wijze?) – letterlijk is vigilia: "nachtwake, wakker blijven", en zo kom je tot de betekenis hier: "de rest van de nacht werd wakker doorgebracht" of vlotter: "de rest van de nacht ging voorbij zonder dat men ging slapen"
sua: acc.onz.mv. – LV van circumspiceret: "(van alle kanten) nagaan / nakijken"
cum circumspiceret: duidelijk een cum historicum, dat naast "toen" ook altijd een beetje "omdat" betekent

 

opmerking:

sua staat tegenover ex instrumento hibernorum: de persoonlijke bagage van een legioensoldaat was al behoorlijk zwaar (cf. p.60) maar nu zouden ze definitief uit hun hiberna wegtrekken en moest er geselecteerd worden welke gemeenschappelijke spullen ze met zich zouden (kunnen) meenemen.

 

45   quid…posset: Ind.vraag na circumspiceret: er is geen twijfel mogelijk omdat quid alleen maar vragend kan zijn en nooit relatief!

47     sic: leidt een navolgende vergelijkende zin in met ut + conj.: "zo…als waren ze ervan overtuigd"

48     non ab hoste: gaat dus uit van de veronderstelling dat een raad die van de vijand komt per definitie onbetrouwbaar is, maar dat de raad van een zeer goede vriend (superlatief: amicissimo) een blind vertrouwen verdient

49   longissimo agmine / maximis impedimentis: abl. begeleidende omstandigheid – ze vertrekken dus in een marsorde die totaal onverantwoord en bijzonder ongebruikelijk was om door vijandig gebied te trekken.  Deze mededeling laat nog duidelijker dan r.42 aanvoelen dat het met de hele onderneming heel erg fout zal aflopen!

naar pagina-index

 

cap.32

Van dit caput biedt het handboek een vlotte, literaire vertaling.  Je moet hierbij eens de volgende oefening doen:

1)             vergelijk de vertaling met het origineel: hoeveel zinnen bevat elk van beide teksten?
Wat leer je daaruit in verband met je eigen vertaalarbeid? Hoe moet je omgaan met zo'n antieke zinsbouw?

2)             Maak eens een opbouwschema van de Latijnse zin en ga daarna tellen: hoeveel hoofdwerkwoorden vind je in het Latijn? – Hoeveel in de vertaling?
Wat leer je hieruit aangaande het gebruik van ondergeschikte bijzinnen in het Nederlands van de 21ste eeuw?

Om deze oefening te kunnen doen, bezorg ik je hierbij de tekst van caput 32 in het Latijn:
(kopieer hem in een tekstdocument om het opbouwschema te maken – dat spaart tijd)

At hostes, posteaquam ex nocturno fremitu vigiliisque de profectione eorum senserunt, collocatis insidiis bipertito in silvis opportuno atque occulto loco a milibus passuum circiter duobus Romanorum adventum exspectabant, et cum se maior pars agminis in magnam convallem demisisset, ex utraque parte eius vallis subito se ostenderunt novissimosque premere et primos prohibere ascensu atque iniquissimo nostris loco proelium committere coeperunt.

naar pagina-index

cap.33

50     tum demum: "toen uiteindelijk" – Caesar steekt niet weg dat hij Sabinus' gedrag alles behalve goedkeurt; impliciet laat hij uitschijnen dat hijzelf al veel eerder gepaste maatregelen zou genomen hebben om zijn leger te beschermen tegen aanvallen van de vijand
qui…providisset: relatiefzin in de conjunctief, dus: met een schakering, met name redengevend
trepidare, concursare, disponere: het onderwerp verschijnt in de nominatief (Titurius) en de pv is infinitief > historische infinitief dus!  Je krijgt hier een mooie illustratie van datgene waarvoor een historische infinitief nu eigenlijk dient, nl. om de actie, de hevigheid van de handeling in de verf te zetten en een duidelijke klemtoon te leggen op de emotionaliteit die ermee gepaard gaat

51     tamen: klinkt verbaasd, bijna verontwaardigd, zelfs zonder dat de vijand in zicht is of echt heel dichtbij is, gedraagt Sabinus zich nerveus en onbeholpen door de angst: gedrag dat een Romeins generaal onwaardig is!

52     ut viderentur: gevolgaanduidend: "zodat"
viderentur: persoonlijke constructie: "men zag dat…"
quod: wijst terug op heel de voorgaande zin, nl. op het onbeholpen en nerveuze gedrag van Sabinus

53   consuevit: "gewoonlijk gebeurt"; dit zegt ongeveer hetzelfde als plerumque, vandaar dat er gewag gemaakt wordt van een pleonasme
accidere: "gebeuren", maar dan met een negatieve bijklank
      evenire: klinkt neutraal
      accidere: klinkt negatief
      contingere: klinkt positief
in ipso negotio: "op het moment van de actie zelf / tijdens de eigenlijke gebeurtenis / midden in een hachelijk probleem"

opmerking:

         door dit laatste commentaar van Caesar komt Sabinus in een nóg kwalijker licht te staan: iedereen die gedwongen wordt om tijdens een moeilijke situatie beslissingen te nemen heeft het lastig en komt in paniek.  Sabinus wíst dat hij in vijandelijk gebied ging komen en mogelijk op problemen zou stoten, daarom is zijn gebrek aan voorbereidingen en voorzorgsmaatregelen des te meer laakbaar.

naar pagina-index

54     at: zorgt steeds voor een sterk contrast met een voorgaande mededeling, het is veel sterker tegenstellend dan sed – het is nu wel duidelijk welke van beide legati het meest op Caesars sympathie kan rekenen!
qui cogitasset: conjunctief wijst op de redengevende schakering (net als providisset op r.50)
haec: sc. de hinderlaag van de Eburonen, of om het even welke andere ramp afkomstig van de vijand
ob eam causam: Cotta's weigering om het kamp te verlaten was dus ingegeven door overwegingen van veiligheid: als ze uit het kamp waren, werden de legionairs plots veel kwetsbaarder en liepen ze meer risico dan wanneer ze binnen de omwalling van het goed verdedigbare kamp zouden blijven en daar zouden wachten op hulp

55    profectionis: voorwerpsgen. bij auctor ; (< proficisci) hier: "het voorstel / de beslissing om te vertrekken"
auctor: "voorstander" lijkt te verkiezen boven "initiatiefnemer"

56     saluti: datief voor-/nadeel bij de-erat
in appellandis…: na voorzetsels en in de datief wordt een gerundium+LV in de regel omgezet

57     door de opvallend parallelle bouw van de zin kan er met ellips gewerkt worden zonder onduidelijk te worden:
et in appellandis cohortandisque militibus…       imperatoris …   <officia praestabat>
et in pugna…                                                           militis …              officia praestabat
officia praestare: "de taak vervullen" – de gewonere uitdrukking officio fungi is neutraler dan praestare, dat meer de klemtoon legt op het idee van 'goed, gewetensvol, plichtsbewust' zijn taak vervullen

58   longitudinem agminis: met de informatie van p.100, dat 1 legioen mét tros ca. 6km kolonne betekende, is snel uit te rekenen hoe lang de stoet moet geweest zijn die de 15 cohorten van Sabinus en Cotta uitmaakten
per se: dus zonder bevelen van de officieren, maar gewoon op eigen initiatief; de geknipte weergave van obire is dan ook "beredderen"

59   quid…faciendum esset: Ind.vraag na providere
quid quōque: Latijn zet graag voornaamwoorden bij elkaar
cum…possent: cum historicum – het onderwerp schijnt hetzelfde te zijn als van iusserunt, dus: Cotta en Sabinus

60     ut relinquerent / consisterent: completiefzin na pronuntiari, dat eigenlijk declarandi is maar nu een volendi-schakering krijgt
pronuntiari: onpersoonlijk: "men" – in de praktijk gaven de legati bevelen aan de centuriones, die elk voor hun eigen soldaten de bevelen doorgaven
impedimenta relinquerent: dus werden die niet in de beschermende cirkelformatie opgenomen!  Dat zal voor de soldaten wel een duidelijk teken geweest zijn dat de zaken grondig fout liepen.

naar pagina-index

cap.33-deel2

van dit resterende deel van caput 33 geeft je handboek een parafrase, een samenvatting die de tekst vrij nauw volgt.  Hierbij kan je de volgende oefening maken:

* schrijf een vlotte, maar volledige vertaling van dit deeltje uit en onderstreep de elementen die niet terug te vinden zijn in de samenvatting van het handboek

Daartoe krijg je hier de tekst van Caesar:

Quod consilium etsi in eiusmodi casu reprehendendum non est, tamen incommode accidit: nam et nostris militibus spem minuit et hostes ad pugnam alacriores effecit, quod non sine summo timore et desperatione id factum videbatur. Praeterea accidit, quod fieri necesse erat, ut vulgo milites ab signis discederent, quae quisque eorum carissima haberet, ab impedimentis petere atque arripere properaret, clamore et fletu omnia complerentur.

naar pagina-index

cap.34

62     at: in tegenstelling tot de paniek en vertwijfeling van de Romeinen
non defuit: een dergelijke litotes zorgt voor des te meer nadruk in de mededeling; in vertaling kan die nadruk met een bijwoord worden weergegeven: "Maar het ontbrak de barbaren helemaal niet aan doorzicht…"
het perfectum duidt op het eenmalige: ze zien klaar in déze situatie; imperfectum zou impliceren dat ze (altijd) niet dom waren
duces: concreet dus Ambiorix en diens luitenanten
eorum: sc. Eburonum: voorwerpsgenitief bij duces
tota acie: zonder in: ablatief locatief plaats

63    pronuntiari: declarandi met volendi-schakering, zoals blijkt uit de completiefzin met ne + conj.
ne quis discederet: de ontkenning zit in het voegwoord, waar het Nederlands die in het voornaamwoord zou gebruiken: ne (ali)quis = dat niemand
illorum: wijst alleen op de toegsprokenen: de leiders noemen zichzelf er niet bij (dan zou er sibi staan: dat is psychologisch goed gezien!
illorum esse praedam: door met dít argument aan te komen, legt Caesar nogal de nadruk op de hebberigheid van de Galliërs: kans op buit is in deze situatie blijkbaar een nóg aantrekkelijkere drijfveer tot dapperheid dan het herwinnen en veiligstellen van hun vrijheid en onafhankelijkheid – zou Ambiorix écht dat argument gebruikt hebben, of gaat het hier om manipulatie van de lezer?

64   quaecumque: acc.onz.mv. LV van reliquissent

65     proinde: sterk concluderend voegwoord: het is het einde van een redenering die op argumenten is gebouwd en waar niets tegen in te brengen valt
posita: <esse>: "gelegen is in…; afhangt van…"

66     nostri tametsi: het is Latijns idioom om (bepaalde) voegwoorden op de tweede plaats in de zin te gebruiken; in de Nederlandse vertaling moet dat omgekeerd worden
ab duce: met name Sabinus, die steeds opnieuw met de vinger gewezen wordt
tamen: eigenlijk zou hier eerder een "omdat" moeten verschijnen dan een "hoewel"; dat Caesar toch kiest voor tametsi – tamen wijst erop dat hij de dapperheid en de taaie volharding van zijn troepen extra in de verf wil zetten: ook al geven de aanvoerders forfait, de soldaten zetten tóch door!

67     in virtute: dus als het goed zal aflopen voor de Romeinen dan is dat helemaal te danken aan de moed en dapperheid van de soldaten!
quaeque cohors: dus "telkens weer" (zoals ook blijkt uit de tiijd van de werkwoorden)
quisque komt voor na: superlatief / rangtelwoord / reflexiva / relativa of vragende woorden
cohors: blijkbaar was de cohorte dus de eenheid waarmee tactisch gemanoeuvreerd werd (cohorte = 3 manipuli = 6centuriae = ca.450-500 manschappen)

68     ab ea parte: idioom: "aan die kant, op die plaats"
cadebat: Caesar slaat wat fasen over, precies om de mededeling even snel en flitsend te maken als de actie die erin beschreven wordt.  De Eburonen sneuvelen niet omdat een Romeins cohorte vooruitstormt, maar wel omdat daarbij een gevecht ontstaat!
hostium: partitieve gen. bij numerus of liever nog: verklarende genitief
quā rē: Et eā rē: losse abl. met redengevende schakering

69    pronuntiari iubet ut coniciant: hetzelfde woordgebruik als in de vorige paragraaf, maar nu met overgang naar historisch presens.
De bevelen die Ambiorix geeft komen allemaal erg kort na elkaar, zodat de zin een wat nerveuze en zelfs paniekerige indruk geeft.  Nochtans zijn zijn tactische bevelen weldoordacht en getuigen ze van inzicht in de beste kansen voor de Eburonen – misschien wil Caesar hier Ambiorix nerveuzer afschilderen dan hij in feite was!?

71     ad signa: bij troepenbewegingen waren het de veldtekens van de manipuli die de soldaten de weg wezen: de signifer ging naar de aangeduide plaats en diende van daaruit als wegwijzer voor de soldaten die een uitval hadden gedaan en zich vervolgens moesten hergroeperen (kijk zeker p.79 na i.v.m. signa)

 

cap.35

73     ab iis: sc. de hostes van r.74
quo praecepto…observato: losse abl. zonder bijkomende schakering, dus louter tijdbepalend
quaepiam = aliqua

74     ex orbe excesserat: waardoor ze natuurlijk de bescherming en de rug- en flankdekking moesten prijsgeven
impetum fecerat: de klassieke aanvalsmethode was: chargeren – beide pila lanceren – gladius trekken en man-tegen-man vechten
velocissime refugiebant: door snel weg te vluchten, zetten ze de Romeinen aan om ver van de orbis weg te lopen; dát was precies wat ze wilden bereiken om hun tactiek ten volle te laten renderen
eam nudari: sc cohortem: inf.zin OND bij onpersoonlijk werkwoord – eam is ook onderwerp van accipere

75     ab latere aperto: nl. de rechterzijde, want ze hielden hun schilden in de linkerhand

77     in eum locum, unde: dus terug naar de orbis

78   et…et…: het polysyndeton maakt de grootte van het probleem extra voelbaar: de vijanden zitten echt aan alle kanten
qui proximi steterant: nl. aan beide zijden van de baan die de uitvallende cohorte had gemaakt in de rangen van de Eburonen

 

opmerking:
de hoofdwerkwoorden refugiebant (75) – erat (75) – circumveniebantur (79) staan allen in het imperfectum, wat op herhaling duidt.  De Romeinen hebben dus blijkbaar meerdere malen geprobeerd om uit te breken, maar hebben telkens te grote weerstand ondervonden en zijn dus steeds weer teruggedrongen

 

80    sin…vellent: een zeldzaam geval van potentialis van het verleden: "gesteld dat ze hadden willen…"
locum tenere: dus gewoon in de cirkelformatie blijven en van daaruit de vijanden bevechten tot die hun greep zouden lossen
virtuti: voor gevechten van man tegen man, waar veel dapperheid voor nodig is

81     ab tanta multitudine: abl HV bij coniecta
confertis: omdat ze in de cirkelformatie dicht opeengepakt bijeenstonden, was er gewoon geen ruimte om opzij te springen om de geworpen projectielen te ontwijken

82     tot incommodis: abl. HV bij conflictati
conflictati: passief part. perfectum, eigenlijk is de tijdsverhouding gelijktijdigheid, maar een passief part. presens bestaat niet in het Latijn – zoals blijkt uit tamen is het participium toegevend

83   resistebant: wijst op duur: "bleven ze weerstand bieden"

84     quod esset indignum: relatiefzin met gevolgschakering
zonder te concretiseren, benadrukt Caesar de volgehouden inspanningen van zijn manschappen.  Onwaardig gedrag zou kunnen zijn: de wapens weggooien en proberen te vluchten – om genade smeken en zich overgeven aan de vijand – huilen om de verloren zaak en wanhoop laten blijken

86     tum: bijna bij elke beschrijving van een gevecht last Caesar zo'n 'close-ups' in: hij focust op individuen om de herkenbaarheid te vergroten en om zijn lezers gevoelens van sympathie te laten ontwikkelen voor zijn leger, zijn mannen, zijn campagne
T. Balventio: dat. nadeel bij traicitur: wat er precies met hem gebeurt, wordt pas veel later verteld, zodat het duidelijk is dat Caesar spanning wil opbouwen in zijn verhaal
primum pilum duxerat: dus een oude rot, een heel ervaren centurio, die had bijgetekend nadat hij de hoogste trap van de centurionenhiërarchie bereikt had.  het waren zulke militairen die de ruggengraat van het Romeinse leger uitmaakten
(opmerking terzijde: centurionen die de pensioenleeftijd naderden, werden bij de reservisten ingedeeld – die namen alleen nog aan militaire operaties deel in uiterste noodgevallen)

87     magnae auctoritatis: gen. van hoedanigheid
utrumque femur: kan geen LV zijn, want het werkwoord is passief, dan is de enige zinvolle verklaring dus: accus. van betrekking
tragula: abl. middel of HV bij traicitur – de Gallische tragula was een geducht precisiewapen met een groot bereik, omdat ze met een werpriem werd geslingerd

         Balventius wordt dus getroffen in de ene dij, de spies doorboort de spier en graaft zich daarna in het vlees van het andere been!

88     eiusdem ordinis: dus ook een gewezen primus pilus en weer in dienst gegaan bij de veteranen
(opmerking tersijde: men werd pas primus pilus na een lange carrière, dus pas tegen de pensioenleeftijd aan – zo kan het dat er meerdere ex-primipili in de reserve zijn ingelijfd)

89   circumvento filio: prefixdatief bij subvenit
L. Cotta: typisch voor Caesars appreciatie is dat hij hier alleen Cotta vermeldt en Sabinus onbesproken laat – alsof die laatste helemaal niet deelnam aan de krijgsactiviteiten

90     in adversum os: "recht in zijn gezicht" – met adversus leren we verder dat Cotta dus naar de vijand was gekeerd toen hij in het gezicht werd getroffen – hij nam dus actief aan het gevecht deel: hij was mee aan het aanvallen

 

naar pagina-index

 

cap.36

92    permotus: "totaal overstuur, volledig van slag" – het is geen epitheton dat wijst op dappere heldhaftigheid, maar op wanhopige lafhartigheid: alweer een smet op het blazoen van Q. Titurius Sabinus!
procul: uit r.69-70 zou je kunnen afleiden dat Ambiorix niet ver van de frontlijn stonds opgesteld; wanneer Sabinus hem dus "van verre" bezigziet (hij hoorde wellicht niet eens zijn stem) is dit een bewijs dat hij niet vooraan meestreed, zoals Cotta blijkbaar wél deed

94     rogatum: 1ste supinum, ontstaan uit een accus. van richting of doel, en daarom steeds gecombineerd met een werkwoord
sibi militibusque: voorwerpsdatief bij parcat – subtiele veeg uit de pan: Sabinus schijnt wel erg bekommerd om zijn eigen welzijn, want hij noemt zijn soldaten pas op de tweede plaats!
appellatus: "aangesproken", nl. door de tolk, die Gallisch sprak

95     sperare <se>: in rechtstreekse rede zou dit luiden:
Spero a multitudine impetrari (me) posse, quod ad militum salutem pertinet; tibi vero nihil nocebitur; in eam rem meam fidem interpono!

97     ille: Sabinus dus

98     saucio: voor de aandachtige lezers een overbodige toevoeging, Caesar heeft nog maar net gezegd dat Cotta door een slingersteen werd geraakt.  Hier dus alleen maar toegevoegd om Cotta's toestand mee in rekening te brengen bij de appreciatie voor zijn reactie op Sabinus' voorstel
si <ei> videatur: "als hij het goed zou vinden"
ut excedant: completiefzin LV na communicat – dat is geen verbum volendi, ook geen declarandi met volendi-schakering, maar een constructie die eerder de wil / het verlangen van Sabinus uitdrukt

 

opmerking:
si videatur: een legatus kon geen bevelen geven aan een collega, maar alleen suggesties doen – hier een mooie illustratie van de waarde van dit gelijkwaardigheidsbeginsel: door de nood aan consensus worden sommige overhaaste beslissingen of besluiten die tegen het algemeen belang indruisen in de kiem gesmoord

 

99     unā: beide legati samen – nu waren ze van elkaar verwijderd, zodat het communicat van r.98 wellicht best wordt geïnterpreteerd als "het voorstel voorleggen", wat via een koerier zal gebeurd zijn
ab eo: sc. Ambiorige
de sua ac…: weer die bekommernis om eigen lijfsbehoud!

100   de salute impetrari: "behoud verkrijgen"; letterlijk (dus met een substantief) vertalen leidt tot eigenaardig Nederlands – beter is het om naar een omschrijving te grijpen: "verkrijgen dat ze gespaard zouden blijven"
se ad armatum hostem…: als de vijand gewapend is, houdt dat in dat hij zich nog niet heeft overgegeven; in dát geval moest hij voor onderhandelingen zélf naar de Romeinen komen en niet andersom!

101   perseverat: blijkbaar heeft Sabinus dus meermaals gepoogd om Cotta te overtuigen, wellicht met telkens nieuwe en sterkere argumenten, maar heeft Cotta bliijven weigeren om iets te doen dat totaal tegen de gebruikelijke manier van oorlogvoeren inging

 

naar pagina-index

cap.37

102   Sabinus, quos…tribunos: op de linkerpagina wordt de vertaalregel al blootgelegd: eerst het antecedent vertalen, daarna het relativum
in praesentia: dus zullen ze niet allemaal bij de legatus geweest zijn – enkele zullen bij de troepen gebleven zijn om de leiding te blijven nemen

103   centuriones: dus de 6 centurio's van de eerste cohorte – Sabinus heeft de meest bekwame elite-officieren uitgekozen om hem te begeleiden; zou dat suggereren dat hij aan Ambioris' betrouwbaarheid heeft getwijfeld? – het valt wel op dat hij veel voorzichtiger te werk gaat nu hij zichzelf moet beschermen, dan toen hij voor het ganse leger moest zorgen (cf. r.50)!
cum…accessisset: cum historicum; door het gebruik van het plusquamperf. wordt duidelijk dat de presens-vormen historische presentia zijn

104   imperatum facit:  nogal sec komt hieruit naar voren dat Sabinus geen enkel weerwerk biedt nu hij zich, te midden van vijandige Eburonen, moet ontwapenen.  Men zou van een legeroverste ander gedrag verwachten!

105   interim: moet verbonden worden met circumventus - het vat als het ware de dum-zinnen samen, maar had om die reden dan ook correcter pas ná de dum-zinnen gestaan
de condicionibus: het lijkt er wel op dat Ambiorix écht onderhandelt, dat er dus een mogelijke veilige oplossing uit de bus kan komen voor de Romeinen

106   longior: BVG bij sermo – absolute comparatief
consulto: "met opzet", dus wordt het gesprek langer gerokken dan nodig; dat is verdacht, want het geeft de Eburonen de kans en de tijd om valstrikken te spannen en de Romeinse onderhandelaars in een benarde positie te brengen

107   paulatim: en daardoor ook ongemerkt!

108   suo more: dus more Gallorum – op een of andere manier klinkt er een afkeuring door in deze woorden
ululatus: een duidelijke onomatopee:het moet een vreselijk klinkend krijgsgehuil geweest zijn, dat op de vijand een verlammend effect had
ordines: de centuriae die zich zo goed en zo kwaad mogelijk hadden gehergroepeerd

109   L. Cotta pugnans: dus is hij een dappere dood gestorven, op het veld van eer, zoals het een soldaat past

111   se recipiunt: de hele operatie was dus een groot fiasco geworden, ze staan nu net even ver als vóór de uittocht uit het kamp

112   L. Petrosidius aquilifer: Caesar past opnieuw een beproefd procédé toe: focus op één individu zorgt voor een grotere herkenbaarheid en wekt makkelijker sympathie en/of medelijden vij de lezer

113   intra vallum: cf. p.66: dus binnen de omwalde omheining van het kamp – in veiligheid met andere woorden

115   aegre: "met moeite" – dat ze het moeilijk hadden met het weerstaan aan de aanvallen van de Eburonen, blijkt ook al uit de woordkeuze van sustinere: "ondergaan, weerstaan aan"

         nocte: abl. tijdstip bij se interficiunt

116   desperata salute: LA – zie je de schakering ook?

         se ipsi interficiunt: dat is nu een typisch Romeinse reactie op deze uitzichtloze situatie: ze maken zich nog liever zélf van kant dan de vernedering te moeten ondergaan om door de vijand gevangen genomen te worden (en misschien als slaven te eindigen of anders een gruwelijk (folter)dood te moeten sterven).  Op deze manier behouden ze tenminste hun waardigheid en hun eer als militairen

117   elapsi: van e-labi: "uit-vallen" – het is hier eerder "ontsnapt" dan "gevlucht", want dat laatste zou niet van grote dapperheid getuigen

         incertis itineribus: omdat ze het terrein natuurlijk onvoldoende kenden – met diezelfde ontoereikende kennis waren dus de 15 cohorten uit het winterkamp vertrokken: ze gingen als het ware bij voorbaat een regelrecht fiasco tegemoet – en allemaal door de schuld van die ene legatus die voorstander was geweest van het plan om uit het kamp weg te gaan!

         per silvas: het oerbos Arduenna silva dat een natuurlijke barrière vormde tussen centraal Gallië en Gallia Belgica

naar pagina-index